De KNVB probeert het voetbal in Nederland voortdurend te ontwikkelen, zodat het aantrekkelijk blijft. Het actualiseren van de spelregels hoort daar ook bij. Onlangs werden 3 mogelijke nieuwe spelregels uitgetest tijdens een oefenwedstrijd tussen FC Lisse en Quick Boys. Directeur Amateurvoetbal Jan Dirk van der Zee schreef er een column over op www.knvb.nl.
WORDT HET AANTREKKELIJKER?
Het zingende geluid van een kunststof voetbal. Mike Boddé schreef erover in zijn nieuwe boek Tril, een audiografie. De componist verliest langzaam zijn gehoor en besloot ruim voor die tijd een boek te schrijven met alle geluiden, die zijn leven mede hebben bepaald.
Toen ik hem erover hoorde vertellen, afgelopen zaterdag in de Tros Nieuwsshow op Radio 1, kreeg ik meteen zin om te gaan voetballen. Op het pleintje bij ons in de buurt, achter de school. Je moest even over het hek klimmen en we speelden in ons eigen San Siro. Met aan de zijkant van het plein een grote garage, zonder deuren. Scoorde je daarin, dan galmde het geluid van jouw goal nog minimaal tien seconden na.
Trucs
Daar deed je trucs, die je nog nergens anders durfde te laten zien en probeerde allerlei nieuwe manieren uit om het spel spannender te maken. Regels? Die waren er nauwelijks. Je had respect voor elkaar en als je echt iets deed wat niet door de beugel kon, floot de groep je terug.
Het zou naïef zijn om te denken dat dit de toekomstige manier van spelen wordt: op gevoel, zonder arbiters, grensrechters en met instant regels die het spel nog leuker maken. Toch bespeur je in ons voetbal steeds meer drang om het spel te veranderen en aan te passen. Zo speelden FC Lisse en Quick Boys vorige week dinsdag een wedstrijd met drie mogelijke nieuwe spelregels, die ze geheel uit eigen beweging testten:
- De self pass, waarbij spelers een vrije bal nemen door te dribbelen;
- Inschieten in plaats van ingooien;
- Penalty’s krijg je alleen nog maar als je wordt gehinderd bij een duidelijke scoringskans.
Na afloop van de wedstrijd in Lisse konden nog geen echte conclusies worden getrokken, behalve dat de self pass en het indribbelen (regels die nu al succesvol worden toegepast in het pupillenvoetbal) het spel sneller en vloeiender maakten. Stelliger was men na mijn stukje ‘Geen clubgrensrechters, geen gedoe?’, waarin ik voorstelde buitenspel af te schaffen of met clubgrensrechters te stoppen.
Nooit goed
Uit de honderden reacties viel één conclusie te trekken: Met buitenspel doe je het nooit goed. Ook al heb je de meest eerlijke assistent-scheidsrechter die er te vinden is. Als hij of zij vlagt voor buitenspel, ontstaan er in de meeste gevallen discussies en het levert voortdurend gedoe op. Het is beter om er in de lagere klassen van het voetbal mee te stoppen. Laat in ieder geval veel meer over aan de scheidsrechter en houd op met clubgrensrechters. In Duitsland, Scandinavië en Amerika doen ze dat al jarenlang succesvol.
Ik kreeg slechts één reactie tégen het afschaffen van buitenspel. Volgens de schrijver zou het buitenspel zetten van die regel de snelheid uit het voetbal halen. Tientallen andere schrijvers hadden eveneens over dat aspect nagedacht. Conclusie: ‘In het hockey gaat het toch ook goed? Die sport is er na het afschaffen van buitenspel zeker niet minder op geworden.’
We willen daarom zo snel mogelijk gaan testen in de lagere klassen van het amateurvoetbal. Een moderne bond stelt nu eenmaal alles in het werk om het voetbal zo eerlijk en attractief mogelijk te houden.